Peilgestuurde drainage als maatregel tegen verzilting in poldercontext

In polders is zout water aanwezig in de bodem, doordat het land in het verleden gewonnen is op de zee. Daarop ligt een zoetwaterlens van regenwater die ‘drijft’ op het zoute grondwater, waardoor landbouw mogelijk is. De dikte van de regenwaterlenzen varieert doorheen het jaar. Tijdens de winter groeien de zoetwaterlenzen door het neerslagoverschot en in de zomer krimpen de lenzen door verdamping. Onder droge omstandigheden kunnen de kostbare zoetwaterlenzen verdwijnen. Dan bereikt het zoute grondwater de wortelzone door capillaire opstijging in de bodem. De verzilting die dan optreedt kan gewasschade veroorzaken.

field site
Plan van het experiment met de locaties van de peilbuizen in het peilgestuurde drainage veld (CD1, CD2, CD3) en in het referentie veld (RD1, RD2, RD3).

In de Middenkustpolder gaan we op een proefperceel na of het risico op verzilting door dat zoute grondwater kan vermeden worden door het ombouwen van een klassiek drainagesysteem naar peilgestuurde drainage (PGD). Dergelijk systeem kan immers meer regenwater vasthouden in de bodem en dus de zoetwaterlens langer behouden. Zo krijgt het zoute water geen kans om de wortelzone te bereiken en daar schade aan te richten. We voeren de proef uit op twee nabijgelegen percelen die klassiek gedraineerd zijn. Eén van de percelen wordt omgebouwd met peilsturing. Het ander perceel zal dienen als referentie om de twee situaties met elkaar te vergelijken. De bodem bestaat uit een kleilaag met een dikte van 2 tot 2,5 meter en daaronder een veenlaag. Het zoutgehalte en grondwaterpeil wordt gemeten met behulp van peilbuizen. Daarnaast volgen we het grensvlak van zoet/zout water op via ERT (electrical resistivity tomography). Dit is een techniek die de elektrische weerstand van de bodem meet. Verschillen in elektrische weerstand worden onder andere veroorzaakt door een verschillend zoutgehalte van het water in de bodemporiën. Daarnaast zullen we ook de effecten van beide drainagesystemen op het gewas (vooral graangewassen) evalueren. Een bijkomende leerervaring bestaat uit het aansturen van het peil in een kleibodem, die trager reageert op een verandering van het peil dan een lichte bodem.

three piezometers
Op elke locatie hebben we drie peilbuizen om het waterpeil en zoutgehalte onafhankelijk te meten op 1.5, 2 en 3 meter onder maaiveld.

Meer informatie over dit experiment: poster